Neem contact op
Postbus 115
4300 AC  Zierikzee

ZIERIKZEE-MONUMENTENSTAD


burgemeesters

Vroeger sprak men van borghmeester, burchmeester of borgermeyster, d.w.z. hoofd van borg of burg (stad, wijk).

BENOEMING
Een burgemeester wordt in Nederland door de Kroon (Koning en verantwoordelijke minister) benoemd, nadat het kabinet met de benoeming heeft ingestemd op grond van een voordracht door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebaseerd op een aanbeveling van de gemeenteraad van de bewuste gemeente.
Tot 1983 bepaalde de Grondwet dat ministers, commissarissen van de Koning en burgemeesters "door de Koning" werden benoemd of aangesteld. Als gevolg van de invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid in de periode 1840-1848, was de benoeming niet langer meer gebaseerd op de persoonlijke opvatting van de koning, maar kwam het initiatief en de verantwoordelijkheid voor het besluit bij een minister te liggen.

Nederlandse burgemeesters dragen (in bepaalde omstandigheden) een ambtsketen en worden benoemd voor een ambtsperiode van zes jaar. Na afloop van die termijn van zes jaar zijn zij telkens weer voor zes jaar herbenoembaar. De Grondwet bepaalt dat de burgemeester bij koninklijk besluit wordt benoemd.

De burgemeester vormt samen met de wethouders het dagelijks bestuur van de gemeente, het college van burgemeester en wethouders geheten (of vaak ook wel kortweg het college van B en W genoemd).
De burgemeester is voorzitter van het college van burgemeester en wethouders en heeft stemrecht. Als de stemmen staken is die van de burgemeester doorslaggevend.

De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad maar kan niet tevens raadslid zijn. In de gemeenteraad heeft hij geen stemrecht. In 2008 is een eerste stap gezet om het voorzitterschap van de gemeenteraad niet meer verplicht bij de burgemeester te leggen door deze bepaling uit de Grondwet te schrappen, maar de Gemeentewet blijft deze verplichting vooralsnog voorschrijven.

Iemand kan gelijktijdig burgemeester zijn van meer dan één gemeente. Op het moment van de benoeming van de burgemeester mogen die gemeenten samen niet meer dan 10.000 inwoners hebben. Vanwege de samenvoeging van gemeenten (gemeentelijke herindeling), zijn er steeds minder kleine gemeenten die een burgemeester delen met een andere.

De burgemeester moet wonen in de gemeente - of in een van de gemeenten - waarvan hij burgemeester is. Een van buiten de gemeente benoemde burgemeester moet uiterlijk binnen één jaar nadat hij is benoemd zijn verhuisd. Gemeenteraden kunnen een ontheffing verlenen van deze verplichting, bijvoorbeeld als de gemeente op de nominatie staat om heringedeeld te worden binnen de ambtstermijn van de burgemeester.

BEVOEGDHEDEN EN TAKEN
De burgemeester is in Nederland niet het hoofd van de gemeente. Hoofd van de gemeente is de gemeenteraad. Als voorzitter van het college en de raad heeft de burgemeester mede tot taak om de kwaliteit van het bestuur in de gemeente te bewaken en de interne afstemming binnen de gemeente te bevorderen.

De burgemeester is niet alleen voorzitter van de raad en voorzitter van het college. Hij is ook zelf een bestuursorgaan en heeft zijn eigen bevoegdheden. Deze hebben vooral betrekking op openbare orde en veiligheid. De burgemeester heeft het toezicht op openbare bijeenkomsten en op voor het publiek openstaande gebouwen, zoals horecagelegenheden. In geval van nood is hij bevoegd noodbevelen te geven en noodverordeningen vast te stellen. De burgemeester heeft het opperbevel bij brand en ongevallen, waarbij de brandweer is ingeroepen. Ook heeft de burgemeester representatieve taken. Hij vertegenwoordigt de gemeente "in en buiten rechte", dus als de gemeente partij is in een rechtszaak maar ook als namens de gemeente stukken moeten worden ondertekend.

Elk jaar brengt de burgemeester het burgerjaarverslag uit. Daarin wordt verslag uitgebracht onder andere over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening richting de burger, inspraak en burgerparticipatie.

LOCO EN WAARNEMEND BURGEMEESTER
Als de burgemeester verhinderd is zijn ambt uit te oefenen of als er geen burgemeester is, dan wordt het ambt waargenomen door een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen wethouder. De wethouder die het burgemeestersambt waarneemt wordt locoburgemeester genoemd. Wanneer alle leden van het college van burgemeester en wethouders afwezig zijn wordt de nestor van de gemeenteraad, en daarna de in anciënniteit tweede enzovoort, locoburgemeester. De gemeentesecretaris komt als ambtenaar niet in aanmerking voor de tijdelijke vervulling van dit ambt.

Een waarnemend burgemeester is een door de commissaris van de Koning tijdelijk aangestelde vervanger als er langere tijd geen gewone burgemeester in functie is in een gemeente.

GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND
Tot de gemeentelijke samenvoeging op 1 januari 1997 was Zierikzee een eigen gemeente. Na deze samenvoeging kwam de gemeente Schouwen-Duiveland tot stand; zes gemeenten werden samengevoegd. Deze gemeenten waren Brouwershaven, Bruinisse, Duiveland, Middenschouwen, Westerschouwen en Zierikzee. Deze zes gemeenten waren ontstaan op 1 januari 1961 uit een voorgaande herindeling.

Zierikzee heeft door de jaren tal van burgemeesters gekend. In deze rubriek hebben we voor deze 'eerste burgers' van de stad in een mooi document samengesteld.

Share by: